Het is vandaag vrijdag de dertiende en het leek een juffrouw van de middelbare school van Hannah een goed idee om juist op deze dag te gaan trouwen. Ik heb de hele dag gewerkt en ondanks dat het vrijdag is, lijkt het alsof het verkeer op de weg steeds drukker wordt. De economie trekt stevig aan en dat merk je op de weg: een lang lint aan vrachtwagens is op weg naar Rotterdam, het Ruhrgebied of waar ze dan ook naartoe rijden. Ik parkeer de auto op de inrit en stap uit.
Nog nooit heb ik iemand gezien die zo opgetuigd aan het aanrecht staat om de rode kool, vissticks, stoofvlees en aardappelpuree klaar te maken. Een blauw kanten jurkje draagt ze, doorschijnend en wel, met aan beide voeten witte Adidasgympen. Haar haren zijn gekruld, dat kan ze nooit zelf gedaan hebben. De afzuigkap draait op volle toeren. Ze heeft me niet binnen horen komen. Ik loop naar Hannah toe en ze draait zich om naar mij. Ze is opgemaakt en ziet er beeldschoon uit. Ik maak een grapje dat ze slechts op de receptie van de juffrouw mag komen, maar daar denkt ze heel anders over. Hannah heeft zelfs haar nichtje gevraagd om deze middag even langs te komen om haar lange haren te krullen. En ze vertelt dat ze met haar vriendinnen heeft afgesproken wie wat gaat dragen tijdens de receptie.
Ik moet aan mijn eigen studententijd denken, het eerste galafeest waar ik mee mocht met Saskia en haar vriendinnen. Kledingcode was een pak voor de mannen en een galajurk voor de vrouwen. Verschrikkelijk vond ik dat, jong volwassenen die zich allemaal dezelfde stijl aanmeten, recalcitrant word ik in zo’n omgeving. Niet dat ik agressief werd, maar het zijn de mooiste plekken om het gebral van de studenten te observeren. En nu zie ik mijn dochter voor me staan alsof ze uitgenodigd is voor haar eerste galafeest.
Ik heb me opgeworpen om de meiden naar de receptie te brengen. Vijf vriendinnen gaan er mee, Hannah voorin en vier meiden op de achterbank. Dat moet lukken voor die paar kilometer. Hannah zegt dat ik ze even allemaal thuis moet ophalen. Daar heb ik geen zin in, ik ben geen taxibedrijf. Ik vraag aan Hannah om haar vriendinnen te berichten dat het bij ons thuis verzamelen is om 18.45 uur. Dat is over een half uur. Hoewel de Iphone van de jeugd van tegenwoordig vastgeplakt zit aan hun handen, reageert er in eerste instantie niemand. Hannah waagt nog een poging en dan blijkt dat er twee vriendinnen vanmiddag al hebben afgesproken dat ze niet meerijden omdat een van de moeders zal rijden. Hannah weet van niets. Er blijven er dus nog twee over.
‘Pap, een vriendin vraagt of we haar toch niet kunnen ophalen want ze heeft een zwart jurkje aangetrokken en nu zit in haar panty een ladder en haar moeder is nu naar de winkel om een nieuwe te halen.’ Ik zeg tegen Hannah dat we tijd genoeg hebben en dat haar vriendin gewoon bij ons kan komen. Ik wacht wel. Twee minuten later zegt Hannah dat de moeder de verkeerde panty heeft gekocht want de kleur is donkerblauw terwijl die zwart moet zijn. Zo kan ze echt niet mee naar de receptie. Wederom zeg ik tegen Hannah dat ze gewoon hier kan komen als ze klaar is. Hannah sputtert nog wat tegen want we gaan echt te laat komen zo. Keurig op tijd arriveert de vriendin met de zwarte panty bij ons op de inrit. De dames staan op scherp. Vliegensvlug zitten ze in de auto en we vertrekken naar de receptie. Een parfumlucht vult mijn oude Ford. De andere vriendin woont aan de route dus die halen we wel op. Ook zij draagt een jurkje, geleend van Hannah. De gesprekken tussen de drie meiden zijn geniaal voor iemand uit een echt mannengezin.
‘Ik denk dat ik naar zweet ruik van de stress,’ zegt de vriendin in de zwarte panty. ‘Het gaat bij mij altijd mis als ik stress heb. Zelfs mijn haar gaat helemaal kroezen van de stress,’ zegt ze. ‘Het ging vandaag helemaal mis, dat komt allemaal door de stress van de panty. Zelfs mijn nagels lakken ging vandaag mis. Van de stress hè!,’ roept ze door de auto tegen haar vriendinnen. ‘Mijn haar is te zwaar om te krullen,’ zegt de andere vriendin in het jurkje van Hannah. ‘Deze jurk staat mij trouwens helemaal niet. Ik denk dat ik nooit meer jurken ga dragen.’ Ze klinkt overtuigend.
Een uur lang heb ik in de auto gewacht op de drie meiden in hun galakleding, stoeltje achterover, de oogjes dicht en op de achtergrond luister ik naar Jason Mraz, Steely Dan en Sarah McLachlan. Tot twee maal toe wordt mijn muziek in mijn ‘mancave’ verstoord door de zware donkere trommels van de schut die paradeert door de straat waar de receptie van de schooljuf plaatsvindt. Eindelijk krijg ik een berichtje van Hannah en haar vriendin dat ze buiten op me staan te wachten. De derde vriendin is er schijnbaar niet bij en had gezegd dat ze met iemand anders naar huis zou gaan. Binnen een minuut zijn we op weg naar huis met twee meiden vol verhalen over de mooie trouwjurk van de juffrouw. Hannah vraagt aan haar vriendin wat ze voor sinterklaas gaat vragen.
‘Ik wil een nieuwe Iphone want ik heb nooit bereik, dus die telefoon gaat naar mijn broertje, die vindt het niet erg om zo’n telefoon te hebben. Ik wil ook een laptop vragen want die heb ik echt nodig. Die we nu hebben is zo traag. Ik wil ook een ketting hebben met een hartje en een bijpassende armband. Die heb ik op internet gezien. En ik vraag nieuwe kleding want ik krijg wel kleedgeld maar dat is echt veel te weinig. Ik moet nieuwe broeken hebben.’
Terwijl we de brug bij Someren passeren kijk ik vluchtig naar Hannah. Ze lacht voorzichtig naar me, terwijl haar vriendin pas halverwege haar verlanglijstje is…